De vraag: 
Hoe open zijn de
buurtbewoners uit Charlois?
Door middel van koekjes als conversation starter bij de mensen aan de deur vragen om een kopje koffie. Wij komen met de koekjes, de bewoner biedt de koffie aan. Dit doen we om te kijken hoe open de bewoners van Oud-Charlois zijn voor een spontaan bezoek.
Het Idee
De Uitvoering
Rond 13:00 begonnen we met het rondlopen in de buurt, vergezeld met grijze wolken en spetters regen. Door de tijd en het weer leek de wijk erg verlaten. We zochten al met een lichte voorkeur op huizen die gezellig leken. Maar na vaak aangebeld te hebben bij lege huizen begonnen we wat minder selectief te zijn en werd er gewoon gebeld bij veel huizen. Er waren wat rare gebeurtenissen, zoals een vrouw die duidelijk achter de gordijnen zat en voorzichtig naar buiten keek. Blijkbaar waren we niet welkom want de deur bleef dicht. Toen er echter mensen open deden werden we over het algemeen heel warm verwelkomt. Er was wel een soort enthousiaste reactie die helaas wel eindigde in een “ik moet zo weg” of “nee, een andere keer misschien?”. De reacties kwamen oprecht over en de bewoners leken wel enthousiast.
Raak!
Uiteindelijk, na een paar pogingen, kwamen we op de Boergoensevliet terecht bij Pauline Krebbers. We werden een beetje verward ontvangen. Ze was, samen met haar dochter, net thuis maar stond open voor ons bezoek. Zodra we gingen zitten aan de eettafel was het ‘awkwaaaard’ gevoel vrij snel verdwenen. Karin stelde ons voor aan haar dochter die ons bezig hield terwijl er koffie werd gemaakt. Er was snel en gezellige sfeer en toen Pauline klaar was met koffie zetten hebben we een lange tijd aan de koffie zitten ‘leuten’. Gewoon simpele smalltalk alsof we het al jaren deden. We leerden zo bijvoorbeeld meer over de buurt. In de Boergoensevliet is er een soort van buurtbeveiliging bij inbraken: Als er een alarm gaat wordt er een buurman of buurvrouw ingelicht. Ze hebben ook een eigen vereniging: Charlois aan de Vliet. Het is dus een bezorgd buurtje in Oud-Charlois die veel met elkaar doet. Daar komt dus wel wat sociale controle bij kijken. Uiteindelijk begonnen we over Leut te praten en hoe het een project was voor de Willem de Kooning Academie. Na zo lang praten bleek opeens dat Pauline ook voor de Hogeschool Rotterdam werkt. Na nog even kletsen over Hogeschool Rotterdam/Willem de Kooning Academie waren we klaar om weer verder te gaan. Toen we weg gingen vraagden we nog even wat Pauline er van vond. Ze was zelf ook aangenaam verrast en had een wederzijds fijn gevoel.

Bij onze tweede gastvrouw, Jolien, was er eigenlijk een soortgelijk patroon. Ook hier was wat verwarring op het begin maar na die korte ‘awkward’ periode was het hier ook oprecht gezellig en gingen we een soortgelijk pad af als bij Pauline. Jolien vertelde wat meer over hoe zij zou reageren op bezoek. Als er bijvoorbeeld 5 volwassen mannen voor de deur zouden staan zou zij niet zo snel open doen. Een goed punt was dat de maatschappij zelf ook is veranderd. Haar voorbeeld waren de bouwvakkers: Bouwvakkers kwamen vroeger even langs voor een bakkie bij iemand of als ze naar de wc wilden was er wel een buurman die dat vriendelijk aanbood. Nu staat er altijd een klein containertje met een dixie ernaast als er ergens gebouwd wordt. Ik vind het wel interessant om over na te denken hoe dit is gekomen. Is het een reactie op gesloten deuren of de bouwvakkers die zichzelf afsluiten?
De Conclusie
Voor wat een donkere, onvriendelijke en lege buurt leek hebben we uiteindelijk achter de gesloten gordijntjes een onverwachte warmte gevonden. Ik denk dat de buurt door zijn reputatie en (in het geval van de dag dat wij er waren) het weer een koudere uitstraling heeft dan het eigenlijk verdient. Iedereen die wel open deed was heel vriendelijk, afwijzing of niet. Tuurlijk, er zaten een paar bij die duidelijk een wit leugentje vertelde als “Ik moet mijn moeder ophalen” maar ik denk dat er zeker wel een paar oprechte afwijzingen waren waarbij mensen best wel wat bezoek zouden willen hebben.

Het probleem is, denk ik, dat niemand echt openheid uitstraalt naar buiten toe. Mijn eerste impressie was daarom ook erg koud. De meeste voordeuren en ramen lijken te zeggen: “Laat mij met rust”. Het is dan ook jammer dat er dus zoveel mensen achter deze gesloten wit-tot-grijs-gekleurde ramen verstopt zitten die blijkbaar wel interesse hebben in een spontaan bezoek. Bij de Boergoense vliet was er echter wel een verschil te zien. Aan de ene kant van het water, waar wij ook met Pauline hadden gesproken, was een wat fijnere uitstraling en gevoel. Aan de overkant, eigenlijk maar een paar meter verder, zaten de dichte gordijntjes weer. Pauline vertelde ons over hoe dat vroeger ‘de pettenkant’ werd genoemd en haar kant ‘de hoedenkant’. Dit is eigenlijk nog steeds een beetje het geval als je een eerste blik werpt vanaf de brug en beide kanten bekijkt. Niet alleen economisch is er een verschil maar ook emotioneel: De ene kant staat een soort van openheid die de andere niet uitstraalt. Maar dit is dus puur een eerste indruk ding als ik terugkijk naar de vriendelijke mensen die we juist hebben ontmoet aan ‘de hoedenkant’.
Zelfreflectie
Ik heb het al eigenlijk eerder gezegd, maar als mij een ding tijdens de interventie is opgevallen is het dat er zoveel vriendelijke mensen verstopt zijn in Charlois. Het heeft vast zijn nare buren en vervelende mensen, maar op de dag zelf heb ik er niks van gemerkt. Ik vraag me dan ook af waarom al die mensen verstopt zitten? Is dit een gewoonte van vroeger die is blijven hangen van toen de buurt nog gevaarlijker was? Er is namelijk een stuk meer CCTV in Charlois gekomen over de jaren.

Ik denk zelf dat de interventie een succes was. Voor zowel mijzelf als degene bij wie wij zijn langs geweest. Ik heb het idee dat het een verassend en een positief effect heeft gehad. Ik had een heel ander beeld over de vriendelijkheid van de buurt en ben door deze interventie van mening veranderd. Ik denk ook, los van ons Leut-concept, dat een buurt als Charlois een soort van hulp moet krijgen om elkaar te leren kennen. Het is zonde dat er zoveel mensen alleen zitten die wel contact zoeken, daar moet wat voor gedaan moeten worden!